''Vaak realiseren cliënten zich achteraf, dat de vroegtijdige inzet van een vertrouwde adviseur hen juist geld
heeft bespaard.''

Ten vierde een jong rechtsgebied: privacy. Op één dag verschil van het moment van schrijven, is de AVG (of: GDPR) alweer vijf jaar jong. Of oud, zoals een goede privacyadvocaat zou zeggen. Want al sinds de jaren negentig bestaan er niet eens zo sterk afwijkende voorgangers van deze wetgeving. Over privacy bestaat een hardnekkig misverstand. Namelijk, dat voor elk gebruik van persoonsgegevens toestemming nodig zou zijn. Dat klopt niet. Sterker nog, ik adviseer altijd om zoveel mogelijk weg te blijven van toestemming. Toestemming is geen stabiele basis voor het verwerken van personal data. De AVG kent maar liefst zes wettelijke gronden voor de verwerking van persoonsgegevens. Toestemming is er daar slechts één van en wat mij betreft, de laatste optie van de zes. Wist u trouwens dat de AVG vooral bedoeld is om méér verwerking van data mogelijk te maken? En wist u ook dat de AVG eigenlijk bedoeld is om de grote techgiganten aan te pakken? Zie de recente megaboete (1,2 miljard!) voor Meta en de massaclaim van de Consumentenbond tegen Google.


Lessen:

  • Gefeliciteerd met de AVG! Al 5 jaar meer (?) vrij verkeer van gegevens en een hoger beschermingsniveau…
  • Met uw toestemming: vraag zo min mogelijk om toestemming voor het verwerken van persoonsgegevens, er zijn veel betere mogelijkheden
  • En nogmaals over toestemming: voor lang niet alle cookies hoeft toestemming gevraagd te worden, dat creëert schijnveiligheid. Toestemming is alleen nodig voor marketing cookies.

Ten vijfde en laatste: het arbeidsrecht. Terug naar een rechtsgebied waar nagenoeg elke ondernemer mee te maken heeft. Altijd volop in de belangstelling van de wetgever, want een volledig gebalanceerde arbeidsmarkt blijkt onhaalbaar. In april werd nog een nieuw arbeidsmarktpakket aangekondigd. Met eindelijk meer duidelijkheid voor ZZP’ers (toch?). Met een ingrijpende verandering van de ketenregeling. En met de afschaffing van het nulurencontract. Genoeg om u over te laten adviseren. Een klassiek misverstand uit de praktijk deel ik nog. Het is in beginsel niet toegestaan om een concurrentiebeding op te nemen in een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Dat mag alleen als u daarvoor als werkgever zwaarwegende belangen bij hebt. Dat wordt streng getoetst. En ook bij een vast contract is een concurrentie- of relatiebeding aan grenzen (locatie en tijd) gebonden.


De lessen:

  • Not done: concurrentie- of relatiebeding in een tijdelijk contract. Tenzij dat gelet op de functie, de branche en/of de onderneming tóch redelijk is.
  • De wachttijd na drie tijdelijke contracten gaat van zes maanden naar vijf jaar.
  • Schijnzelfstandigheid wordt vanaf 1 januari 2025 weer harder aangepakt. Althans, als er voor die tijd een duidelijk kader voor zelfstandigheid komt én de Belastingdienst de capaciteit heeft om te handhaven. Ik moet het nog zien.
  • En controversieel: een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP’ers wordt verplicht.

Nog wat kleine lettertjes, omdat we er zo goed in zijn. De advocaat in mij haast zich te vermelden dat dit slechts enkele voorbeelden en lessen zijn. Elk geval is anders en vraagt een beoordeling op maat. Zoek een advocaat die u en uw onderneming begrijpt, zodat u zich kunt richten op datgene waar u het beste in bent. •


Henk-Jan Ligtenberg, advocaat

Wille Donker Advocaten