Het boxensysteem uitgelegd
Op een verjaardag vraagt iemand of u weet hoe het zit met die boxen van de Belastingdienst. Misschien weet u het niet helemaal haarfijn uit te leggen. Daarom nog even in vogelvlucht.
Inkomstenbelasting
Iedereen die in Nederland woont en inkomsten genereert, betaalt inkomstenbelasting. Inkomsten kunnen uit verschillende bronnen komen, daarom worden deze onderverdeeld in drie categorieën, ook wel de boxen genoemd. De hoogte van de inkomstenbelasting hangt af van de bron en de hoogte van het inkomen. Het totale bedrag aan inkomstenbelasting bestaat uit het totaal van de drie boxen.
Wat zit er in box 1?
In deze box worden de inkomsten uit werk en eigen woning bij elkaar opgeteld. Onder werk vallen loon, winst uit eigen onderneming, een uitkering of opbrengsten uit overige werkzaamheden. Een transitievergoeding (ontslagvergoeding) hoort hier ook bij, hier leest u meer over in deze ProRaad. Van dit bedrag worden de aftrekposten afgetrokken, zoals de hypotheekrente. Over dit saldo betaalt u inkomstenbelasting, waarbij het tarief hoger wordt naarmate het saldo hoger is.
Wat zit er in box 2?
In de tweede box wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang belast. Aanmerkelijk belang betekent dat een belastingplichtige ten minste vijf procent van de aandelen van een vennootschap bezit. Hierbij hoort ook indirect aandelenbezit. Het inkomen uit aanmerkelijk belang kan bijvoorbeeld dividend en winst uit verkoop van aandelen zijn. De kosten hierover mogen afgetrokken worden. Over het saldo wordt dan inkomstenbelasting gerekend.
Wat zit er in box 3?
In de laatste box wordt het inkomen uit sparen en beleggen berekend. Elke belastingplichtige moet op 1 januari het saldo van bezittingen en schulden uitrekenen. Dit betekent dus de bezittingen min de schulden. Over dit saldo betaalt u inkomstenbelasting.